Bronnen

Goddelijke Wijsheid : De Transcendente Bron

Studiegroep Ad Fontes heeft tot doel de studie van westerse theosofie en mystiek. Wat wordt daarmee bedoeld en waarom deze keuze? Laten we beginnen met het begrip ‘theosofie’ enigszins te verduidelijken. Deze van oorsprong Griekse term betekent letterlijk ‘goddelijke wijsheid’ en heeft in feite twee wezenlijke betekenissen.

In haar abstracte betekenis is theosofie de Logos, het goddelijke Woord – het eeuwig Goede, Ware en Schone dat aan de kosmos ten grondslag ligt. Deze meta-historische Theosophia vormt de transcendente bron van alle religies en wordt vaak aangeduid als de Eeuwige Wijsheid, de Primordiale Traditie, Sanatana Dharma en Sophia Perennis. Dit goddelijke Woord zou echter niet kenbaar zijn indien het zich niet op aarde, via het menselijke woord, zou openbaren. Legendarische figuren zoals Hermes, Mozes, Boeddha en Christus worden dan ook beschouwd als vertolkers van deze Wijsheid.

In haar concrete betekenis vormt theosofie daarom het totaal van goddelijke Wijsheid dat aan de mens is toebedeeld. Zij staat dan voor de mystieke of esoterische (innerlijke) dimensie van een religieuze traditie. In die zin kunnen we bv. spreken over neo-platoonse en christelijke theosofie, of over de theosofie van de islam (soefisme) en de joden (kabbalah). Hoewel al deze ‘theosofieën’ niet hetzelfde zijn, is er toch een familiegelijkenis; zij vormen even zoveel unieke openbaringen van de Sophia Perennis. Door deze verscheidenheid kan ieder mens een geestelijk pad volgen dat goed bij hem of haar past.

Tegenwoordig zijn er over ‘theosofie’ veel misvattingen omdat vaak alleen nog maar wordt gedacht aan het stelsel van leringen dat in de 19e eeuw door mevrouw Blavatsky werd onderwezen en dat duidelijk oosters is gekleurd. De studiegroep houdt zich echter voornamelijk bezig met traditionele westerse theosofie. We kunnen hierbij denken aan grote filosofen en mystici als Plato, Plotinus, Dionysius, Meister Eckhart, Boehme, Swedenborg, Solovjov en Corbin.

Westerse Mystiek : De Waarde van Traditie

Theosophia is als zodanig goddelijk van oorsprong, maar net zomin als de ziel zich zonder een levend lichaam op aarde kan uitdrukken, kan esoterische wijsheid zich in deze wereld manifesteren zonder een exoterische vorm. Omgekeerd zal een religieuze of filosofische traditie kristalliseren, wellicht zelfs sterven, indien zij niet door haar mystieke hart wordt bezield. Op een spirituele weg zijn inhoud en vorm, hemel en aarde, esoterisch en exoterisch in een dynamische relatie met elkaar verbonden. Het is dan ook een groot misverstand van onze tijd dat de mens een geestelijke weg van transformatie zou kunnen gaan buiten de context van een bepaalde wijsheidstraditie, die zich door de eeuwen heen als een betrouwbaar pad van de ziel heeft bewezen.

In de geschiedenis zien we dat mystici en esoterici vrijwel steeds opereren binnen een specifieke religieuze traditie. Mystiek staat niet op zich, maar is ingebed in de religieuze stromingen die aan een cultuur ten grondslag liggen. Daardoor kan zij ook in een bepaalde beschaving werkzaam zijn, deze geestelijk voeden, en blijft zij midden in deze wereld geïncarneerd. Dit in tegenstelling tot de meeste modernistische ‘esoterische’ stelsels die zich vaak verzetten tegen iedere vorm van religieuze traditie, of die in naam van een vaag soort universalisme zeer eclectisch zijn en zo trachten een schimmig alternatief aan te bieden voor het wetenschappelijk materialisme en het tekort aan spiritualiteit.

Juist voor de moderne mens kan het daarom waardevol zijn om inspiratie te zoeken bij de traditionele wijsheid van het westen, in het bijzonder het innerlijk christendom. Om die reden bestuderen we vooral ‘westerse’ theosofie en mystiek. Niet omdat er iets mis zou zijn met andere bv. oosterse stromingen, maar omdat sommige zoekers de behoefte voelen te putten uit de geestelijke bronnen van de eigen cultuur, en dit op een wijze die open staat voor andere manifestaties van de eeuwige wijsheid.

Innerlijke Gnosis : De Kennis van het Hart

Het levende hart van iedere vorm van theosofie, in oost en west, in noord en zuid, is de mystieke ervaring, of om een oude definitie te gebruiken: cognitio Dei experimentalis – de uit levende ervaring geboren kennis van het Goddelijke. Hiermee wordt geen uiterlijke kennis bedoeld, maar wat in de oudheid ‘gnosis’ werd genoemd. Gnosis is een innerlijk intuïtief weten dat te maken heeft met een intieme relatie tussen de mens en het Absolute, het Heilige, God, de Logos, of welke namen er nog meer gebruikt worden. Het is deze gnosis die de kern vormt van elk religieus, wijsgerig of wetenschappelijk stelsel dat niet de wereld der verschijnselen als onderwerp heeft, maar de wereld der essenties.

Gnosis is kennis die bevrijdt, verlicht en transformeert. Maar om bevrijd te worden door de waarheid moeten we die waarheid wel eerst leren kennen. Dat is alleen maar mogelijk door het mystieke hart, of wat de vroege kerkvaders, zoals Clemens van Alexandrië en Maximus de Belijder, de ‘nous’ noemden, het schouwende intellect. Deze nous kan echter alleen naar behoren functioneren wanneer zij is verlost van verkeerde gedachten en emoties die ons vervreemden van de Heilige en van onze naaste. Om die reden dient de mens dan ook een weg van naastenliefde, geestelijke studie, gebed en innerlijke vernieuwing te gaan.

Binnen de westerse traditie heeft deze weg uiteraard een Christocentrisch karakter; door het vestigen van een relatie met Jezus Christus – of we deze openbaring van het levende Woord nu historisch of symbolisch opvatten – wordt de mens, die is geschapen naar het beeld van God, geroepen om ook de gelijkenis van God te worden. Door Christus te leren kennen als icoon van het Heilige, herwinnen we onze oorspronkelijke natuur en vervullen we onze bestemming: brug worden tussen hemel en aarde. Of zoals de Vlaamse mysticus Ruusbroec dit verwoordt: Wij willen spreken over een groei van dag tot dag, door nieuwe gaven en nieuwe deugden, en over een komst van Christus, onze bruidegom, die hier en nu geschiedt, dagelijks in onze ziel.